donderdag 12 april 2012

Les 1


Voorbereiding

Groep 6
Vakgebied/onderwerp: Beeldende Vorming / Muziek
Lesduur: 60 minuten
Wat: Muziek maken met eigengemaakt muziekinstrument
Beeldend probleem: Maak een instrument van kosteloos materiaal, wat minimaal twee verschillende tonen kan laten horen. Probeer per groep een gevoel, een stemming over te brengen d.m.v. een optreden met de instrumenten. Het publiek probeert het gevoel, de stemming te raden.
Beeldend doel: een gevoel, een stemming overbrengen aan het publiek.
Technisch doel: gebruik maken van kosteloos materiaal, zonder gebruik van lijm of plakband.
Beeldaspecten: textuur, vorm, (muziek)ritme.
Materiaal: kosteloos materiaal: eierdozen, wc-rollen, restjes wol, stukjes ijzerdraad, rietjes, plastic flesjes, dozen, kurken, krookkurken, satéstokjes enz., schaar
Bronnen: animatiefilm 'Ratatouille', fragment lopen door de buizen tot het moment van ontdekken van Parijs (15.33-17.00).

Beginsituatie:
Leerlingen hebben de theorieles over de film 'Ratatouille' gevolgd en hebben de film bekeken a.d.h.v. de kijkwijzer.
Lesdoel:
De leerlingen kunnen een muziekinstrument maken met kosteloos materiaal.
De leerlingen kunnen muziek maken met het instrument (minimaal twee tonen).
De leerlingen kunnen gevoelens overbrengen met het instrument.
De leerlingen kunnen gevoelens herkennen in de muziek.

Introductie (10 minuten)
De leerlingen luisteren met hun ogen dicht naar het filmfragment. Naar aanleiding van het fragment hebben we een gesprek, waar o.a. de volgende vragen aan bod komen: Wat hoor je, waar denk je aan, wat doet het met je. Na het gesprek bekijken we het filmfragment, waarbij we de antwoorden naast de beelden leggen.

Kern (40 minuten)
We leggen de opdracht uit. De leerlingen gaan een muziekinstrument maken van kosteloos materiaal. Ze denken na welk geluid het instrument kan maken en welk gevoel, welke stemming dit kan oproepen. Hiervoor krijgen ze 30 minuten de tijd.
De materialen worden opgeruimd en er worden vier groepjes gemaakt. Elk groepje krijgt een kaartje met een gevoel/stemming (blij, verdrietig, angstig, opgewonden). Dit gevoel brengen ze d.m.v. muziek te maken over aan de andere leerlingen. Hiervoor krijgen ze 10 minuten de tijd op te oefenen.

Afsluiting (10 minuten)
Elk groepje verzorgt een optreden, waarbij de andere leerlingen het gevoel moeten herkennen.
Hierbij krijgen de leerlingen tips en tops van de andere leerlingen. We gaan in op hoe het gevoel, de stemming versterkt kan worden.

1 opmerking:

Guido Paap zei

Drama-oefening sluit goed aan op de film. Overige opdrachten wel voldoende, maar zijn veel algemener.