donderdag 22 maart 2012

The making of...

Een gesprek met Brad Bird, de scenarioschrijver van Ratatouille, en Thomas Keller, één van de beste koks van Amerika. Allebei zijn erg betrokken bij wat ze doen, de één op kookgebied, de ander op filmgebied, maar hun aanpak sluit op elkaar aan. Ze zijn gedreven en hebben oog voor detail.

Uitspraken en visie van Thomas Keller:
Iedereen kan koken, maar je moet de passie hebben om iets te maken wat je met trots aanbiedt, je hebt een band met de klant. Je moet je passie koesteren en dat is bij eten makkelijk.
Je hoort of ziet iets en dat associeer je met een bepaald ingrediënt en zo ontstaat een gerecht. Voedsel kan je inspireren, het komt rauw binnen en daar ga je wat mee doen.
Het eindproduct ontstaat wat je ermee wilt bereiken, wat wil je zien, voelen, ruiken of proeven. Van daaruit bedenk je de ingrediënten en de technieken.
Het opwindende aan spontaan iets doen is het risico. Lukt het of niet. En het moet een volgende keer ook even fris en dynamisch blijven als de eerste keer.
Koken is een emotionele band hebben met wat je doet.
Zoeken naar voorbeelden, op wie je wil lijken als kok. Fernand Point was een voorbeeld voor Thomas, uiterlijk, zijn gezicht lijkt hij op Gusteau. Hij viel op de uitspraken uit zijn boek: ‘de kwaliteiten die een kok moet hebben, het draait op het product en de uitvoering. De uitvoering van je kennis, hoe je je erbij voelt en hoe je dat uitdrukt.
Hij heeft gewerkt in Parijs bij restaurant Taillevent, bij chef-kok Jean-Claude Vrinat à gevel lijkt op Gusteau’s restaurant.
Toewijding is een sleutelbegrip.
Perfectie hoeft niet, maar dat moet je wel proberen te bereiken. Als je denkt dat iets perfect is, is het dat niet meer. Je moet telkens verfijnen.
Samenwerken erg belangrijk. Iedereen met eigen ideeën komen, wordt het hun eigen werk. En als iets van jou is, doe je er alles aan om het zo goed mogelijk uit te voeren.

Uitspraken en visie van Brad Bird:
Je probeert het publiek mee te laten voelen met film, hoe dingen voelen, niet hoe dingen zijn. Bij Ratatouille speel je in op een oergevoel dat eten oproept. Het speelt in op hoe het voelt om te leven.
Elk idee voor een film ontstaat op z’n eigen manier, bijvoorbeeld n.a.v. een liedje of uit ideeën ‘stel dat…’.
Animatie is niet spontaan, maar als je het slim en goed doet, voelt het wel spontaan aan. Je probeert iets uit en je verzamelt de spontane momenten en deze gebruik jein de animatie, maar daarbij zijn de tekeningen heel nauwkeurig gekozen.
Brad mocht werken met Milt Kahl, één van de grootste kunstenaars aller tijden van Disney. Bij Disney leerde hij hoe je je idee het beste moest weergeven. De bewegingen waren geen poses, maar waren natuurlijk en vloeiend.
Proberen mensen net zo enthousiast te maken als jezelf.
Iets is mooi, maar altijd verder gaan om het uiterste eruit te halen. Hierdoor raken ze extra gemotiveerd. Veel mensen hebben grootsheid in zich, maar je moet het er wel uithalen.
Dit is fantastisch, maar als je ….

Michael Warch was kok bij verschillende restaurants en heeft geholpen bij het juiste gevoel/bewegingen in een restaurant.  Alles wordt zo realistisch mogelijk weergegeven. Hoe voelt en gedraagt een chef zich in de keuken, hoe hanteer je het keukengereedschap. De mensen hebben kooklessen gevolgd of het juiste gevoel te krijgen.

In het begin van de film wordt Gusteau’s restaurant neergezet dat het betere tijden heeft gekend.


Ratatouille heeft een BAFTA en een Oscar gewonnen voor de best geanimeerde speelfilm.
As most people know Ratatouille is about a young rat called Rémy who dreams of
becoming a top chef in a top restaurant in Paris. His family doesn’t understand this at all, as of course most humans don’t accept at all. Rémy finds himself torn between his calling and passion in life and his existence as a rat.
The trick was to find a midway between a ‘human in a rat suit’, which presented no creative challenge at all, and a true-to-nature rat. In the end he walked on two legs but a little bend over, to accentuate that rats do everything with their noses, and Rémy in particular. His front paws were bend and put before his face, the elbows kept to his body. So he looked a little bit like a baby, but also like a rat.
The same intense approach was used to capture Paris, the city where the story takes place. People from the department of production design went to the city of lights and filmed the streets and locations from the perspective of a rat: very low to the ground. The idea was to not present the cliché Paris. It was the first time Pixar made a story that was taking place in another culture. It was not supposed to be an Americanised view on the French.
An example of how extensively everything is reflected on is that they even looked at the French way of speaking. They studied images of French comics to learn how their mouths move. Walsh shows the French star Louis de Funès (his biggest successes were in the sixties) who talks at an impressive tempo and with quite definite lip movements. How literally these were used on the character Skinner, the little and mean new boss of Gusteau’s, becomes clear when both images are shown after each other. The French talk a little bit in the front of their mouth, as the characters in Ratatouille do.
In Pinkava’s story the so by Rémy admired cook Auguste Gusteau was still alive. He is the typical victim of his own success. Instead of cooking at his cheered restaurant he concentrates on franchising his formulae, which makes him very rich as well as unhappy. It’s all about money now and he loses his passion for food. Skinner, the new chef, is not creative at all and runs the kitchen like a business. The mouse Rémy was only a side character, although an important one because his love of food and gastronomy is so contagious that Gusteau finds his own passion again.
An oversight with all the characters Pinkava developed, almost 30, gives an idea of what the problem was. According to Walsh all of them were funny and interesting, but there were just too many voices for one movie. Instead of for one, there was material for several films. Of course it is a luxurious position to be in, but, as the cliché says: nothing is more difficult then killing your darlings. This didn’t go for Pinkava alone, also for all the people involved. They worked on these figures for years, giving them all kinds of characteristics and even a soul. Walsh shows some interesting examples of this. When Bird arrived at the scene and told the crew only 8 figures could stay, everybody was very upset. Some even decided to stop participating in the project and moved on to other projects at the studios. Others thought the reasoning of Bird through and decided he might have a point. Walsh shows the film poster of Billy Elliott (2000) that tells the essence of the film in one image: a boy in a boxing outfit surrounded by girls in tutus, the boy who doesn’t fit in. Bird brought Ratatouille back to the premise that a rat doesn’t belong in a kitchen. Yes, a rat being around food is not very far fetched, but for a restaurant a rat in the kitchen means death. This conflict between the believable and unbelievable is where it should be about, according to Bird. This meant the rat itself was worked on again. A specialist in rat anatomy was consulted. Just like earlier with Finding Nemo the expert was thrilled finally somebody was interested in their work. The creative department started studying footage of rats and copying it. The whole animation style was redone and the old model was thrown away. Even a new voice was found.

Ratatouille gaat over de jonge rat Rémy die ervan droomt chef-kok te worden in een toprestaurant in Parijs, bleek de grootste uitdaging. Want hoe maak je van de combinatie rat, keuken en heerlijk eten een succesvolle film? En hoe maak je van een beest dat veel mensen beschouwen als smerig ongedierte een personage waar je zelfs een beetje van gaat houden? Veel research en tests gingen daaraan vooraf. Het was een race tegen de klok en het kostte heel wat lef om alles alsnog helemaal om te gooien. Om het publiek niet af te stoten mochten de ratten niet te realistisch zijn. Tegelijkertijd moesten de beestjes niet zo ‘cartoony’ als Mickey Mouse worden, zodat je nog wel met ze mee kan leven. Ook het verhaal ontwikkelde zich gedurende het proces: eerst waren er 26 personages en zoveel verhaallijnen dat er wel drie films van gemaakt hadden kunnen worden. Dat werd uiteindelijk teruggebracht tot de kern: Rémy moet kiezen tussen het volgen van zijn roeping en grote passie of zijn bestaan als rat. Uiteindelijk komt hij er achter dat hij alleen maar kan zijn wie hij is: een rat die graag chef-kok wil zijn.

Colette: sterke vrouw
Ratten hebben niet een vast land waar ze wonen, daardoor geen typisch accent. Mensen hebben wel een typische Frans accent.
Scene dat Linguini in het water valt: in het echt nagespeeld, iemand valt in een zwembad, dit is gefilmd, bijvoorbeeld hoe de kleding aan het lijf plakt.
Veel verschillende ‘haarmomenten’.
Remy in de waterval àFinding Nemo, Nemo en Dory uit de walvis wordt gespoten.
Remy in de wasbak valt à naspelen door voorwerpen in een bak met water te laten vallen, wat gebeurt er met de waterbellen.
De hoofdfiguren zijn leuk en echt.
De lichtval in de nacht in de straten van Parijs.

geplaatst door Monique

Geen opmerkingen: